Dossier: Het Leuvense gerechtsgebouw
De zoektocht naar een geschikte locatie
4 bijlage(n)Bij de ‘Brand van Leuven’ eind augustus 1914 geraken de voormalige universiteitscolleges in de Nieuwstraat (huidige Leopold Vanderkelenstraat), waarin de meeste gerechtelijke diensten en rechtbanken gevestigd zijn, ernstig beschadigd. De verwoesting biedt volgens stad en gerecht de kans om de gerechtelijke organisatie te optimaliseren in een nieuw en ruimer gebouw. Het moet plaats bieden aan zowel alle rechtscolleges en gerechtelijke diensten als aan justitie verwante administraties, zoals het kadaster en de hypotheek- en registratiekantoren. De provincie Brabant, wettelijk verplicht om in lokalen voor justitie te voorzien, neemt de taak op zich om, samen met de stad, een geschikt terrein te zoeken en de aankoop van gronden zowel als de constructie van een nieuwbouw te bekostigen.
Ruïnes van het oud gerechtsgebouw (Sint-Ivocollege en Artesfaculteit), Nieuwstraat, Leuven, 1917-1918. KIK Brussel, negatiefnummer b019551.
Al in 1915 laten de provincieraad en de magistratuur hun oog laten vallen op een perceel bovenaan het Volksplein (huidig Ladeuzeplein). Ondanks de opmaak van een bouwprogramma, de aanstelling van architect Oscar Francotte (1857-1935) en de uitwerking van een eerste ontwerp en de eerste aankopen van gronden, wordt deze piste in 1921 verlaten. De provincie Brabant staat het terrein af voor de bouw van de nieuwe universiteitsbibliotheek. Zo hervat zich de zoektocht naar een geschikte locatie. Meerdere sites worden overwogen. Op voorstel van Marcel Lens, hoofd van de Dienst der Openbare Werken, kiest men uiteindelijk in augustus 1921 voor een terrein tussen het Margarethaplein, de te verlengen Rijschoolstraat en de Vaartstraat.
Foto van de toekomstige site van het Smoldersplein, met de ruïnes van het Driutuscollege en zicht op de Vaartstraat, met links het Villerscollege, op de achtergond. [jaren 1920]. Collectie Universiteitsarchief KU Leuven.
De bouwwerken starten er in november 1923, en dit – volgens Francotte – “malgré ses défauts”, doelend op het ingesloten en oneffen karakter van de site, bezuiden het huidig Smoldersplein.
Foto van de ruwbouw van het Leuvense gerechtsgebouw, 1923. Fotograaf Richard Morren staat met zijn rug naar de Diestsestraat. Achter de kraan ligt het kruispunt Vaartstraat-Rijschoolstraat. Collectie Leuven Weleer - André Crèvecoeur.
Deze site bevindt zich vóór WOI in een ruim bouwblok, ingesloten tussen de Schrijnmakers-, Vaart- en Diestsestraat en het Margarethaplein uitlopend in de Jodenstraat. Hierin ligt het voormalige Driutiuscollege, waarvan de classicistische ingangspoort nog steeds bewaard is. Vanuit het Margarethaplein snijdt de Koralengang in het bouwblok en loopt dood op de zuidwestelijke vleugel van het college. In deze gang bevindt zich op de hoek met de Jodenstraat het postgebouw uit 1894. Aan de overzijde ligt de meisjesschool De Wandeleer, in 1913 uitgebreid met een schoolgebouw van drie verdiepingen in de richting van de Vaartstraat. De 'Brand van Leuven' in augustus 1914 heeft een vernietigende impact op deze site, op het postgebouw na.
De ruïnes van het voormalige Driutiuscollege, met zicht op de Koralengang naast het postgebouw rechts en de beschadigde gevel van het Instituut De Wandeleer links, Leuven, s.d. [1914]. Collectie Stadsarchief Leuven, F000029. Zie ook hier en hier.
De verwoesting biedt de stad de kans om een langer gekoesterde wijziging in het stratenpatroon uit te voeren: de verlenging van de Rijschoolstraat tot aan het Margarethaplein. De zoektocht naar een oplossing voor de vormgeving van het vrijgekomen terrein vertraagt de uitvoering. Een ontwerp van architect Van Montfort, bestaande uit een halfcirkelvormig plein met integratie van de zuilengalerij van het college, wordt niet weerhouden. Uiteindelijk aanvaardt het stadsbestuur in 1922 het ontwerp van Eugène Frische, hoofd van de Dienst der Openbare Werken: een rechthoekige plaats die fungeert als voorplein voor het nog te bouwen gerechtsgebouw aan de overzijde. Het is wachten tot in 1934 vooraleer de noordelijke pleinwand definitief vorm krijgt, naar ontwerp van Francotte. Hij kiest voor een uniform huizenensemble met een klassieke, 18de-eeuws geïnspireerde gevelpartij, geritmeerd door rondboogopeningen op straatniveau.