Dossier: Limburg 1914-1918
Verzet van Deschepper
Een generaal op rust
Op 4 augustus 1914 drongen Duitse troepen België binnen en vielen de forten van Luik aan. De Duitsers volgden het plan von Moltke, een aanpassing van het plan Von Schlieffen, dat als doel had om het Franse leger op de linkerflank te omsingelen en binnen de 40 dagen te vernietigen. Tijdens die periode vervulden rijkswachters en de burgerwacht inlichtings- en onderscheppingsopdrachten in Limburg. Deze manschappen stonden onder bevel van Generaal-majoor Emile Prosper Deschepper (Oostende, 27 augustus 1851- Gent, 02 april 1932). De op rust gestelde generaal werd op 1 augustus 1914 opnieuw opgeroepen en aangesteld als militair gouverneur van de provincie Limburg. Hij was de gewezen bevelhebber van het 11de linieregiment in Hasselt.
Guerrillastrijd van Generaal Deschepper
Zijn troepen waren samengesteld uit rijkswachters, burgerwachten en vrijwilligers. Veel vrijwilligers waren nauwelijks gemotiveerd en traden in dienst om in hun levensonderhoud te voorzien. Toch konden ze een geruime tijd stand houden tegen de steeds verder oprukkende Duitsers. Er zijn in Limburg in de herfst van 1914 geen regelrechte gevechten geweest tussen de Belgische en de Duitse troepen. Omwille van hun numerieke minderheid probeerden de Belgen de Duitsers in hinderlagen te lokken. Overigens waren de Belgen niet in staat om meer te doen. Deze gevechten maakten trouwens weinig slachtoffers maar hadden een storende rol omwille van het aantal manschappen dat de Duitsers dienden in te schakelen. Men kan de Belgische weerstand in Limburg dan ook bestempelen als een soort verzetsstrijd of maquisoorlog, waarbij de Belgen omwille van hun numerieke minderheid guerrillamethoden moeten gebruiken, eerder dan de traditionele weerstand van een klassiek leger.
Via een 'achterpoort' aan de Achelse Kluis
Op verschillende locaties in Limburg kwam het tot een treffen tussen de troepen van Generaal Deschepper en de Duitsers. Parallel met de opmars van de Duitsers werd het hoofdkwartier van de generaal regelmatig verplaatst naar Bree, Leopoldsburg, Neerpelt, Beringen en uiteindelijk de Achelse Kluis. In het Trappistenklooster mocht Deschepper met zijn manschappen schuilen van abt Dom Mauritius Lans. Zijn positie was echter onhoudbaar geworden. Een legergroep van 4000 Hannovaarse landstormtroepen naderden met veldgeschut. Om onnodig verzet en vernieling van het klooster te vermijden, verliet Generaal De Schepper op 17 oktober met zijn manschappen de Achelse Kluis langs de noordzijde, naar Nederland.
De Nederlandse grenswacht ontwapende de groep binnen het neutrale rijksgebied, wat voor Deschepper en zijn manschappen kwam te staan op internering. De Achelse Kluis is deels gebouwd op Nederlands grondgebied. Dit vereenvoudigde de aftocht van de Deschepper en zou ook nadien in de Eerste Wereldoorlog een bijzondere situatie opleveren bij het oprichten van de elektrische grensdraadversperring (de ‘dodendraad’).
Het verhaal van Generaal Deschepper is geen alleenstaand geval. Sint-Truiden kent hardnekkige weerstand van haar burgerwacht onder leiding van majoor Paul Cartuyvels. In Diest voerde generaal van Dooren een soortgelijke strijd. Voor Limburg is dit relevant omdat van Dooren een tijd actief was in Lummen.
>> Ontdek de verhalen van de Limburgse gemobiliseerden, vluchtelingen, dwangarbeiders en ‘passeurs’ in de collectie Limburg 1914-1918.