Dossier: Poeske Scherens
Zwevend tussen twee werelden
Op de piste leefde men krachtig en snel, ongeluk en dood waren even vertrouwd als glorie en zegeroes. De spurter, op zichzelf aangewezen als snelheidsfactor, werd vanuit een verheerlijkend perspectief bekeken. De grenzen van het menselijke kunnen aftastend, noemde men het sprintgelid lovend ‘de aristocratie van de piste’, en bij uitbreiding van de gehele wielersport. In tijden van welvaart voor de sprintdiscipline, had Jef Scherens zich opportunistisch gesmeten. Het maakte hem er niet armer op, verre van. Als grootverdiener van de wielersport zou hij zich opwerpen als een aristocratisch idool van twee werelden. Ronkende overwinningen, in een verheerlijkend daglicht geplaatst door de Vlaamse wielerpers, maakten hem tot een vooroorlogs idool. Sport fungeerde al snel als een sociaal schouwtoneel. Loopings met zijn persoonlijke vliegtuig of hoge snelheden met de wagen vormden een regelmatige elitaire uitspatting, die bijdroegen aan de volkse idolatrie voor zijn persoon. Als piloot van de sprint zweefde “Poeske” tussen twee werelden.
Jef "Poeske" Scherens stapt in zijn privévliegtuig. Foto: Wielermuseum Roeselaere.