Erfgoedplus.be vind meer dan je zoekt

Navigation Search

Nieuwsbericht

Actieve granaat uit WOI ontdekt bij registratie Limburg 1914-1918.

Reeds 95 jaar stonden twee luchtafweergranaten uit de Eerste Wereldoorlog op de schoorsteenmantel als decoratieve stukken tussen een reeks versierde hulzen. De granaten met bijbehorende koperen hulzen werden door een soldaat-brancardier uit Tongeren van het front meegenomen als souvenir uit de Grote Oorlog. Eén van deze granaten bleek nog op scherp te staan.

Het betrof luchtafweergranaten van Duitse makelij voor het 3,7 cm Krupp Sockelflak luchtafweerkanon. Zo'n granaat had een holle stalen mantel die gevuld werd met explosieven. De ontsteking bevond zich aan de onderzijde. Nadat het projectiel werd afgevuurd, ontplofte de granaat met een tijdsontsteker in de lucht. Hierbij hoefde men niet noodzakelijk het vliegtuig zelf te treffen. De rondvliegende scherven van de ontploffende granaat waren minstens even dodelijk. Eén van de bewuste granaten was reeds ontmanteld en hol. Het tweede exemplaar was echter nog met springstof gevuld en voorzien van een tijdsontsteker.

Set van twee WOI luchtafweergranaten van het Krupp Sockelflak geschut.De set van twee hulzen met bijbehorende granaten voor de Krupp Sockelflak, vervaardigd in augustus 1918. Op deze opnames is goed te zien dat één van de projectielen nog steeds gevuld en voorzien is van een ontstekingsmechanisme (koperen ronde plaat aan de onderzijde).

van object HA21.911.70.01 naar DOVO
In het kader van de collectie 'Limburg 1914-1918' werd op 27 september het wereldoorlogerfgoed van een soldaat-brancardier uit Tongeren nauwgezet opgemeten, gefotografeerd en geregistreerd. Een hele reeks versierde hulzen werd gehanteerd om van alle zijden te fotograferen. Zo ook met de set Krupp Sockelflak hulzen met de bijbehorende granaten. Het was pas bij het verwerken van het digitaal materiaal, en na enkele voorbereidende opzoekingen, dat men zich bewust werd van het potentiële gevaar. De familie werd hiervan meteen op de hoogte gebracht. Op hun beurt verwittigden zij de lokale politie die een expert explosieven ter plaatse stuurde. Deze bevestigde het risico van de actieve WOI granaat. Het projectiel werd inmiddels veilig opgeborgen en wacht op de komst van de dienst DOVO voor vernietiging.

Hierbij verdwijnt een stuk erfgoed uit de Eerste Wereldoorlog en meteen ook een stukje herinnering aan een dierbaar familielid. Het stuk was immers 95 jaar lang in het bezit van de familie. Samen met de andere hulzen overleefde het ook de metaal- en koperopeisingen in de Tweede Wereldoorlog. De voormalige soldaat-brancardier had de stukken immers veilig verborgen voor de Duitse bezetter. Deze 14-18 memorabilia worden als erfstukken gekoesterd door zijn dochter. Maar de waarde van een herinnering weegt niet op tegen het reële risico van een actieve granaat.

sluimerend gevaar
De Eerste Wereldoorlog kan nog steeds slachtoffers eisen. Langsheen de vroegere frontlinies kunnen landbouwers, grondwerkers en aannemers getuigen van het reële risico op onontplofte munitie. Maar dit gevaar werd ook onbewust meegedragen vanuit de frontlinies. Voor de veteranen waren explosieven een vertrouwd dagelijks gegeven. Wellicht daarom ook dat zij dit materiaal, en de risico's die hieraan verbonden waren, op een geheel andere wijze benaderden. Met het verstrijken van de tijd verdwijnt ook de informatie over de stukken en de eventuele bewerkingen die hierop al dan niet werden uitgevoerd. Nabestaanden kunnen er verkeerdelijk van uitgaan dat stukken geneutraliseerd of veilig zijn. Ongewild kunnen zo bij een verhuis of opruiming risicovolle stukken in circulatie komen.

Context van deze registratie.

Eind 1918 keerde Martin H. van het front terug naar zijn geboortestad Tongeren met een zak vol koperen hulzen. De hulzen waren aanwezig in alle formaten en diameters maar steeds in sets van twee. Het was de bedoeling om de gebruikte hulzen te bewerken en van motieven te voorzien. Als versierde vazen werden ze dan ook op diverse plaatsen in het huis neergezet. Zo ook kwam de bewuste set met granaatkoppen op de schoorsteenmantel terecht waar ze in symmetrie met de overige uitgewerkte hulzen als decoratie dienden.

Loopgravenkunst
Het bewerken van gebruikt oorlogsmateriaal was beslist niet ongewoon. Al tijdens de Eerste Wereldoorlog bewerkten soldaten aan het front of in gevangenschap hulzen om de tijd te verdrijven. Vaak ook uit noodzaak of in een poging om hun leefomstandigheden te verbeteren. Er zijn voorbeelden bekend van oorlogstuig dat werd omgebouwd tot kaarshouder, olielamp, keukenvuurtje en zelfs kachel. Gaandeweg werden deze praktische voorwerpen complexer en meer versierd. Soldaten vervaardigden altaars, klokhouders en vazen. Nog tijdens de oorlog ontstond achter het front een groeiende markt voor deze 'loopgravenkunst'. Soldaten konden hun situatie verbeteren door zelfgemaakte memorabilia om te ruilen of te verkopen. Vlak na de oorlog explodeerde de markt. Rond de vroegere slagvelden ontstond een winstgevende handel in het bewerken en verkopen van decoratieve hulzen aan fronttoeristen. De meeste decoratieve hulzen die nu nog overblijven, werden na de oorlog gemaakt en als souvenirs verkocht. Maar ook los van handel werden hulzen versierd. Veteranen bewerkten hun oorlogsbuit voor eigen plezier. Zo ook soldaat-brancardier Martin H.

Bewerkte en versierde koperen hulzen uit de Eerste Wereldoorlog.Tijdens en na de oorlog werden veel hulzen bewerkt en versierd. Meestal werd dit gedaan door de soldaten en oud-strijders, vandaar de naam 'loopgravenkunst' of 'soldatenkunst'.

Het Provinciaal Centrum voor Cultureel (PCCE) Erfgoed bemant een permanent registratiepunt voor het zwervende erfgoed uit de Eerste Wereldoorlog. Wie zijn familiaal erfgoed uit de Eerste Wereldoorlog wil laten registreren, kan steeds contact opnemen met het PCCE.

>> Limburg 1914-1918 - Permanente registratie Eerste Wereldoorlog erfgoed.
>> DOVO - Bij munitie steeds de lokale politie contacteren. De lokale politie neemt verder contact op met DOVO.

Print deze pagina